Cedric Liesnard, onze Business Productivity Consultant, neemt je mee in een interessant stuk over de ‘impact’ van technologie versus technologie als een sociaal proces tussen verschillende mensen.
“Technology marches in seven-league boots from one ruthless, revolutionary conquest to another, tearing down old factories and industries, flinging up new processes with terrifying rapidity.” – Charles A. Beard, 1927
Het kan vaak lijken alsof ontwikkelingen in de techniek als een stoomwals over ons heenkomen. Alsof er geen menselijke bestuurder meer op de stoel zit die de richting of snelheid van de wals kan beïnvloeden laat staan beheersen.
Voor veel mensen kan het ook lijken alsof dat gevoel iets nieuws is. Iets van de laatste paar decennia. Of in ieder geval iets van de tijd sinds zij zelf volwassen geworden zijn. Dit gevoel gaat echter veel verder terug dan je misschien zou denken. Binnen de sociologie van wetenschap en techniek staat dit idee – dat de sociale structuur van onze maatschappij voortvloeit uit een onbeheersbare technologische vooruitgang – bekend als technologisch determinisme.
‘De ‘impact’ van technologie
Dit technologisch determinisme is verleidelijk. Het is immers fijn om over technologie te denken alsof het een constante stroom van verbetering en vooruitgang betreft. Alsof de geschiedenis van technologische ontwikkeling een ordelijk en rationeel pad gevolgd heeft en de wereld om ons heen precies het doel was waar alle beslissingen sinds het begin der tijden naartoe gewerkt hebben.
Deze illusie wordt verder gevoed door onze obsessie met goede resultaten en successen. Maar als je je alleen richt op de zaken die achteraf succesvol blijken, kan je belangrijke en leerzame lessen makkelijk missen of negeren. Daarom ontstond in de sociologie eind vorige eeuw een theorie die recht tegen dit determinisme indruiste: sociaal constructivisme van technologie.
Sociaal constructivisme
Binnen dit raamwerk worden technologische ontwikkelingen gezien als product van een sociaal proces tussen verschillende mensen. Niet per se de (achteraf gezien) “beste” oplossing overleeft dus het innovatieproces, maar juist de oplossing die de meeste stakeholders over de streep trekt. Dit zou meteen vragen moeten oproepen: hoe kunnen we leren van fouten in plaats van ons te richten op successen? En waarom kan een “inferieur” product of proces als winnaar uit de bus komen?
Successen en mislukkingen
Om te beginnen dienen we successen en mislukkingen met hetzelfde gewicht te behandelen. Dit symmetrieprincipe voorkomt dat we successen uitleggen met de cyclische redenering “het is een succes geworden omdat het de beste oplossing was, en het was duidelijk de beste oplossing omdat het nu een succes is”. Als we dit symmetrieprincipe in gedachten houden blijkt vaak dat technologie die we nu als vanzelfsprekend of als intrinsiek de beste oplossing zien in werkelijkheid beïnvloed is door een enorm scala aan factoren waaronder cultuur, geschiedenis, identiteit, moraliteit, machtsverhoudingen, alsook willekeur en geluk.
Context is belangrijk
We vinden het vanzelfsprekend dat computers digitaal en in de basis gebaseerd op Booleaanse algebra zijn. Maar de eerste computers waren analoge machines, die op basis van elektrische, mechanische of hydraulische kwantiteiten een modeloplossing voor een probleem genereerden (zie bijvoorbeeld Deltar: Delta Getij Analogon Rekenmachine, gebruikt voor de Deltawerken).
Digitaal versus analoog?
Deze manier van werken bleek echter onhandig voor precieze berekeningen en niet geschikt voor gegeneraliseerde computers gebaseerd op het model van de Turingmachine. Als we hier niet verder over nadenken is de conclusie duidelijk: digitale computers zijn inherent beter dan analoge computers en dus overleefde de digitale computer en verdween de analoge.
Tegenwoordig is analoog echter aan een comeback bezig, dankzij de enorme groei van artificial intelligence waar gebruik gemaakt wordt van deep neural networks. Analoog was dus zeker geen slechte technologie, maar een waar door de relevante actoren binnen de computerwereld een tijd lang geen grote waarde aan werd toegekend. Als men deze “gefaalde” techniek dus had weggezet als “verdwenen, dus slecht en niet bruikbaar” zou er nu een potentiële oplossing voor een nieuw probleem ontbreken.
Reflectie is ook belangrijk
Wat is dan een voorbeeld van een “inferieur” product dat dankzij sociale processen een winnaar is? Neem het toetsenbord waarmee ik dit stuk geschreven heb. Dikke kans dat je toetsenbord, net als het mijne, een QWERTY-layout heeft (misschien AZERTY als je dit vanuit België leest). Is QWERTY dan de “beste” layout om Nederlands mee te schrijven? Je gokt het al: natuurlijk niet. Maar men was gewend aan QWERTY op de typemachines en dus werd deze overgeheveld naar toetsenborden voor computers.
Ga eens praten met iemand die de Dvorak-layout gebruikt en je bent al snel genezen van het idee dat QWERTY overleeft omdat iedereen het de “beste” layout vindt. Soms overleven bepaalde technologieën wel omdat ze beter geschikt zijn voor hun doel, maar dit moeten we niet beschouwen als een gesloten hoofdstuk of als een afgeronde stap in de technologieboom zoals die vaak in strategy games te vinden is.
Hoe zit het binnen jouw bedrijf?
Laat je successen dus eens voor wat ze zijn en ga als bedrijf na: wat kunnen we leren van onze “fouten” en “mislukkingen”? Wie weet heb je gewoon nog een oplossing liggen voor een probleem dat je in het verleden niet voorzien had. En vraag je eens af waarom je bepaalde processen hanteert zoals ze zijn. Is dat echt omdat het zo’n goede logische processen zijn? Of ben je uit gemakzucht met een eeuwenoude typemachine aan het werken?